Corneille
In Amsterdam leert Corneille Karel Appel kennen die hem op weg helpt in de schilderkunst. In zijn jonge jaren werd Corneille geïnspireerd door met name Paul Klee, Pablo Picasso, Joan Miró en Vincent van Gogh. Aanvankelijk gaat hij uit van de realiteit en schildert stillevens, landschappen en figuren. Later raakt Corneille vervuld van het verlangen naar een ‘vrije nieuwe schilderkunst’. Kort na de oorlog richt hij samen met Karel Appel en Constant de ‘Experimentele Groep’ op. Kunstenaars uit Denemarken en België sluiten zicht aan en COBRA (COpenhagen, BRussel, Amsterdam) is geboren. Een geheel nieuwe poëtische schilderkunst, gekenmerkt door een expressionistische, losse lijnvoering, felle kleuren en veel fantasiefiguren. De Cobra-kunstenaars wilden terug naar de expressie van de kindertekening en de primitieve kunst. Ze hadden een liefde voor volkskunst en de kunst van geesteszieken. Cobra werd na drie jaar, op het hoogtepunt, opgeheven. Corneille vestigde zich definitief in Parijs en kende na Cobra nog drie perioden. Na zijn lyrische, abstracte periode richtte hij zich op landschappen die geïnspireerd waren door reizen naar Afrika. Later viel hij terug op figuratie en schilderde hij vogels, bloemen en vrouwen in felle en vrolijke kleuren. Bij het grote publiek werd hij met die stijl bekend, zeker omdat hij niet vies was van commerciële kunstuitingen. Zijn ontwerpen sierden niet alleen de wanden van talloze hotelkamers, maar ook serviesgoed, pennen en stropdassen - iets wat hem in kunstkringen niet altijd in dank werd afgenomen. De laatste jaren leefde Corneille teruggetrokken in het Maison du Cedres in het Franse departement Val d’Oise, waar bezoekers vrijwel niet werden gedoogd. Een bipolaire stoornis was de oorzaak van diverse opnames in een inrichting. Wel was Corneille in juni 2007 aanwezig op de opening van zijn tentoonstelling in het Cobra Museum in Amstelveen.Corneille is onderscheiden als Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw.