Pieter Defesche
Defesche vervaardigde schilderijen, gouaches en grafiek. Hij schilderde veelal landschappen, stillevens en bijbelse voorstellingen in expressionistische, bijna abstracte stijl. Hij maakte tevens collages, wandschilderingen, decors en kostuums (onder meer voor het Scapinoballet). Defesche werd sterk beïnvloed door zijn leermeester aan de Rijksakademie Heinrich Campendonk. Defesche's lyrisch-abstracte schildertrant van de jaren '50, waarin blauwen en bruinen overheersten, maakte rond 1960 plaats voor kleurrijke contrasten en een grotere helderheid. Begin jaren '70 ontwikkelde hij een manier van schilderen die sindsdien niet wezenlijk veranderde. Er vonden evenwel binnen zijn beeldtaal onophoudelijk accentverschuivingen plaats. Met vooral het landschap als uitgangspunt, schilderde Defesche een werkelijkheid die zich als mythisch laat ervaren, waarbij hij voortdurend laveerde tussen figuratie en abstractie.
Defesche behoort met Ger Lataster, Jef Diederen, Lei Molin, Pierre van Soest, Jan Stekelenburg, Frans Nols en Harry op de Laak tot de groep die in de schilderkunst ook wel bekendstaat als 'de Amsterdamse Limburgers'.
Een na zijn dood ontdekt reisdagboek, vol persoonlijke aantekeningen en tientallen schetsen en werktekeningen voor toekomstige schilderijen, verschaft nader inzicht in leven, werk en de denkwereld van Pieter Defesche. De kunstschilder, een studiegenoot van Karel Appel en Corneille, legde het uitsluitend voor eigen gebruik bedoelde verslag aan in 1973 tijdens een lange reis door de Pacific die hem naar Hawaï, Rarotonga, Fiji-eilanden, Salomonseilanden, Guam, Verenigde Staten, Hongkong en Japan bracht. De publicatie "Mijn gedachten dansen naar duizend heuvels - verslag van een tocht door de Stille Zuidzee" verscheen vier jaar na Defesche's dood ter gelegenheid van de gelijknamige expositie in het Cobra Museum voor moderne kunst te Amstelveen (Rotterdam, 2002, uitg. Bèta Imaginations).
In 2006 schonk de weduwe Dollie Defesche-Bakker alle door haar man nagelaten kunstwerken aan het Museum van Bommel van Dam in Venlo. Het atelier-oeuvre van Cobra-voorganger Defesche maakt nu deel uit van de basiscollectie van dit museum.