Jan Snoeck
De in vrolijke primaire kleuren en in heldere vormen uitgevoerde beeldhouwwerken van Jan Snoeck (1927) zijn zeer herkenbaar. Na een jaar in het atelier van de Russische beeldhouwer Ossip Zadkine (1890-1967) te hebben gewerkt en vooral beelden van steen te hebben gemaakt, ontwikkelt zich bij Snoeck in het begin van de jaren zestig een passie voor klei. Mens- en dierfiguren zijn vaak onderwerp. Naar eigen zeggen kan hij er niks aan doen, dat is de vorm die als vanzelf ontstaat als hij begint met kneden. Andere thema’s waar hij gebruik van maakt zijn het leven en dood. Daarnaast maakt Snoeck enkel gebruik van gebogen lijnen. Deze lijnen verwijzen voor hem naar een oervorm waar ruimte is voor zowel het lichaam als de geest van de mens. Inspiratie haalt hij onder andere uit Archaïsch, Griekse, Egyptische, Assyrische en Soemerische sculptuur en hij voelt zich verwant met oude Amerikaanse beschavingen vanwege hun eenvoud.
Naast keramiek maakt Snoeck tegenwoordig ook beelden van metaal, grafiek en werk in oplage. De laatste twee worden veel gebruikt als relatiegeschenk. In 2007 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Het werk van Snoeck bevindt zich in de collecties van onder andere het Stedelijk Museum Amsterdam, het Gemeentemuseum Den Haag, Museum Boijmans van Beuningen te Rotterdam, het Frans Hals Museum in Haarlem en het Princessehof in Leeuwarden. Jan Snoeck woont en werkt afwisselend in Nederland en Frankrijk.